NÉERLANDAIS
PRÉTÉRIT IRRÉGULIER
Entre ta réponse, puis clique sur ENTER ou équivalent!
Complète par le prétérit des verbes entre parenthèses!
-
Ik (bezoeken) i gisteren de oude kathedraal.
-
Het (bestaan) i al veel langer.
-
Wij (kiezen) i toen de verkeerde weg.
-
Toen (winnen) i we de wedstrijd.
-
Waarom (lezen) i je de krant niet?
-
De man (geven) i de oude dame een pakje.
-
Hij (verliezen) i al zijn geld.
-
Meneer Boormans (verzenden) i ons ook een boodschap.
-
Marlinde (vallen) i met haar fiets.
-
Het (vriezen) i eergisteren nog harder.
-
(zwijgen) i Sonia maar eens een les?
-
Dat antwoord (weten) i David ook al.
-
Hij (krijgen) i geen enkel antwoord op zijn laatste brief.
-
(zijn) i die jongens dan allemaal zo sportief?
-
Liesbeth (doen) i haar best, natuurlijk!