NÉERLANDAIS
PRONOMS PERSONNELS COMPLÉMENTS

Ne cliquez sur [ Corriger ] qu'après avoir entré toutes les réponses!!



A. Ajoutez le pronom manquant !
(Cliquez sur les pointillés ou utilisez la touche [Tab]!)

01. Tom heeft een vriend; hij speelt dikwijls met .

02. Ik ben de vriend van Jan. Hij speelt dikwijls met .

03. We zijn de vrienden van Geert en Tom. Ze komen vaak bij .

04. Daar komt Lisa! Geef het cadeau!

05. Mijn vrienden heten Tom en Stef. Ik speel vaak met .

06. Waar is mijn boek? Ik vind niet!

07. Waar is mijn pet? Ik vind niet!

08. Ik zie Tom, maar hij ziet niet.

09. Waar is Tom? Ik vind niet.

10. Dag Dany! Hoe gaat het met ?



B. Quel pronom remplacerait les mots soulignés ?

11. Ik ken zijn adres niet.

12. Ken je Sara en Katrien?

13. Ik ga boodschappen voor moeder doen.

14. Geef je vrienden een glas limonade!

15. Waarom speel je niet met je vrienden?

16. Zie je het huis van Johan?

17. Ik zoek mijn posters.

18. Zullen we de dokter opbellen?

19. An zit naast Rebecca.

20. We vinden die film heel mooi.


Ne cliquez sur [ Corriger ] qu'après avoir entré toutes les réponses!!


©2008- - LDD-Soft.be