Auxiliaires de temps 'HEBBEN' et 'ZIJN' : ex.3

a. We

hebben

heb

hebt

heeft

zijn

ben

bent

is

laat teruggekomen.
b. Hij

hebben

heb

hebt

heeft

zijn

ben

bent

is

zijn opstel veranderd.
c. Hij

hebben

heb

hebt

heeft

zijn

ben

bent

is

een week afwezig geweest.
d. We

hebben

heb

hebt

heeft

zijn

ben

bent

is

het niet geprobeerd.
e. We

hebben

heb

hebt

heeft

zijn

ben

bent

is

in mei getrouwd.
f. Welke burgemeester

hebben

heb

hebt

heeft

zijn

ben

bent

is

jullie getrouwd ?
g. Hij

hebben

heb

hebt

heeft

zijn

ben

bent

is

al zijn boeken vergeten.
h. Hij

hebben

heb

hebt

heeft

zijn

ben

bent

is

de naam van de auteur vergeten.
i. Hij

hebben

heb

hebt

heeft

zijn

ben

bent

is

zich zeker vergist.
j. Mijn zus

hebben

heb

hebt

heeft

zijn

ben

bent

is

voor haar examen geslaagd.
k. We

hebben

heb

hebt

heeft

zijn

ben

bent

is

alles gezien !
l. Wat

hebben

heb

hebt

heeft

zijn

ben

bent

is

er gebeurd ?
m. Hoe laat

hebben

heb

hebt

heeft

zijn

ben

bent

is

je vanmorgen opgestaan ?
n. Waar

hebben

heb

hebt

heeft

zijn

ben

bent

is

jullie uitgestapt ?
o. Tot hoe laat

hebben

heb

hebt

heeft

zijn

ben

bent

is

jullie nog gebleven ?
©2009- ~ LDD-Soft.be