LES AUXILIAIRES DE MODE
Exercice 2

.
.
Les formes "kun" et "kunt" n'entreront pas en considération dans cet exercice!
  1. Hij is ziek; hij ? niet gaan werken.
  2. We ? vanavond niet komen; moeder ? niet.
  3. Morgen is het zaterdag; we ? niet naar school gaan.
  4. ? je me helpen? Ik ? die oefening niet maken.
  5. Hij is maar 15 jaar, hij ? nog niet met de auto rijden.
  6. Mijn zus is boos, daarom ? ze niet meekomen.
  7. Welke talen ? jullie spreken?
  8. Hoe laat ? je door de week naar bed gaan?
  9. Wat ? ik voor u doen, meneer?
  10. Hoeveel boterhammen ? je? Twee of drie?
  11. We ? niet blijven; het is al laat.
  12. Als het licht op rood staat, dan ? je de straat niet oversteken.
  13. Meneer, ik ? niet lezen wat er op het bord staat!
  14. 's Avonds ? de auto's hun lichten aansteken.
  15. ? jullie naar zee of naar de Ardennen gaan?
  16. Ma, ? Els en ik naar de bioscoop gaan?
  17. Mijn broer ? nog niet lezen, hij is pas 3 jaar.
  18. Er is niets op TV, we ? misschien kaart spelen.
© ~ LDD-Soft.be